Gisterochtend was er veel dauw. Het zou een zonnige dag te worden en omdat de zon al laag blijft, komt die zon ver de kamer in. Met de huidige warme omstandigheden is dat voldoende reden om het zonnescherm neer te laten. Onder het raam staat een uit de kluiten gewassen Oost-Indische Kers (zie ook hier). Heel bladDe  bladeren hebben op zich al een heel aparte vorm omdat ze bijna rond zijn en de stengel ongeveer midden in het blaadje uitkomt. De nerven van het blad zijn daardoor stervormig. Op deze bladeren was ook de dauw neergeslagen in de vorm van druppeltjes. De meeste bladeren hadden alleen kleine druppeltjes, maar er waren ook een paar blaadjes waar (binnen een bepaald gebied) de kleine druppeltjes waren samengesmolten tot grotere, nog meer fotogenieke druppels.

Wat geeft zo’n ‘simpel’ natuurverschijnsel veel reden om je te verwonderen:

  • De weerkaatsing van de zon in die kleine druppeltjes: allemaal verschillende kleuren. De druppeltje zijn allemaal hele kleine kraaltjes van water en het licht van de zon breekt daardoor in alle kleuren van de regenboog. Dit is vooral zichtbaar als het beeld een beetje onscherp is, al die kleuren zijn dus ook aanwezig in het zonlicht!
  • Langs de nerven zijn er minder dauwdruppeltjes, hoe zou dat komen?
  • De grotere druppeltjes hebben de kleine druppeltjes in sommige gebiedjes opgezogen: Er zijn lege gebieden omheen. Hoe zou dit toch gebeurd zijn? Een wapperende vlinder, een zoemende bij die het delicate evenwicht heeft verstoord? Of had ik niet in de gaten dat ikzelf de oorzaak was, omdat ik eerst met mijn aandacht bij het zonnescherm was?
  • De grotere druppeltjes werken ook als een soort lens, je ziet er de omgeving (een beetje) in, en ook dat het oppervlak van het druppeltje dat op het blad ligt, zilverachtig spiegelt waardoor er lucht lijkt te zitten tussen het blad en de druppel.
  • Het gaatje in het blad, dat me helemaal niet is opgevallen bij het fotograferen! Wat is waarneming toch beperkt…
  • Dat (door de beperkte scherptediepte) de druppeltjes van voor naar achteren eerst onscherp dan weer scherp en dan weer onscherp afgebeeld zijn. Onze ogen (met onze meedenkende hersenen) geven ons altijd het gevoel dat we alles scherp zien.
  • FlonkeringSoms zie je in een grotere druppel een twinkeling van zonlicht!

Grappig dat in zo’n eenvoudige, alledaagse situatie, zoveel redenen besloten liggen om je te verwonderen over hoe mooi de natuur is. Zowel de levende plant, als het altijd fascinerende maar niet levende water. Als ik me laat boeien door die schoonheid, valt er een hoop zorg en controlebehoefte weg. Ik zou dat meer moeten doen…

Aad

[twitter-follow screen_name=’aadvandorp’ show_screen_name=’yes’]