Morgen begint het Wintercamp 2012, georganiseerd door de DAQ, de Dutch Academy for Quality. Het thema is dit keer: “Risico’s nemen of mijden?” en ik ben – net als vorig jaar – van de partij. Ik zal vanaf vandaag t/m a.s. zaterdag proberen dagelijks een eigen reflectie te geven. Vooral voor mezelf, om me goed voor te bereiden en de ervaringen te internaliseren. Anderzijds zijn er vast ook geïnteresseerden in dit thema (of in het Wintercamp als zodanig) die het willen volgen. Die nodig ik ook van harte uit om te reageren.

Vorig jaar was het thema “Een nieuw houvast” (zie het verslag – blz 19 – in Synaps 30). Voor mij een start in het kiezen voor meer beweging. In dit vorige Wintercamp ontstond bij mij de naam kwalinar, als ‘doorontwikkeling’ na kwalineut en kwalisoof (zie uitleg). Hoewel beide laatste ‘rollen’ hun waarde uiteraard niet verloren hebben, is het zetten van vraagtekens bij vanzelfsprekendheden wel iets dat me enorm boeit.

Nu is het thema dus “Risico’s nemen of mijden?”. Een actueel thema, want iedereen heeft ermee te maken. Je kunt niet in de auto stappen om een reis te maken, zonder een risico te nemen. Je kunt wel in je bed blijven, maar te weinig bewegen is ook een risico. En als je gaat sporten, is dat ook weer een risico. Kortom, het nemen van risico’s is dagelijkse kost voor ons allemaal. De normaalste zaak van de wereld.

Maar waarom is een risico dan zo soms bijna een vies woord? Waarom voelen mensen zich bijna schuldig als ze een risico lopen? Waarom is er nota bene een norm voor risicomanagement? Risico’s zijn een onlosmakelijk, misschien wel centraal, onderdeel van het zakelijke leven, van ondernemerschap. Kijk, ondernemerschap, dát vinden we een positief woord! Is dat misschien omdat risico’s de kans vertegenwoordigen dat er  wat fout gaat en ondernemerschap de kans dat er wat goed gaat? Is ondernemerschap zonder risico eigenlijk nog wel aan te merken als ondernemerschap? Waarom is dan het een positief en het ander negatief gekleurd?

Vragen te over, dus. Daar zal niet altijd een antwoord op komen, maar dat hoeft ook niet. Ik hoop dat er meer begrip over ontstaat en een paar handvatten om er zinvol over van gedachten te wisselen in mijn eigen organisatie en bij te dragen aan kenniesvermeerdering hierover in bijeenkomsten van de KKNF.