Deze week hebben we van onze rijke druivenoogst (dankzij de mooie zomer) uitgedeeld aan onze buren en kennissen. Van een buurman kregen we toen een krop andijvie en een komkommer. En naar aanleiding daarvan kwam het gesprek op ruilhandel, de kracht ervan en de betekenis van geld als ruilmiddel. Het spookt al een tijd rond in mijn hoofd dat er iets fundamenteel niet goed zit in deze maatschappij in het denken over geld, In deze blog (waarschijnlijk nog hierop volgende) wil ik al schrijvende verkennen waarop dat ‘fundamenteel niet goed’ op stoelt. Het gaat er niet om een waarheid (zo die er al is) te achterhalen, maar de overwegingen te beschrijven waarmee we elkaar soms voor de gek lijken te houden.
Het is misschien goed om bij het begin van geld te beginnen. ‘In den beginne’ waren we jagers/verzamelaars, later gingen we landbouw doen en (klein)vee houden. Dat is nog eens korte samenvatting van de prehistorie. Omdat het handig is om de dingen te doen die je goed kunt, ontstaat bijna vanzelf specialisatie. Die specialisatie leidt automatisch tot de noodzaak om te ruilen met goederen en diensten waar anderen goed in zijn om kunnen leveren.
Ik stel u daarom voor: landbouwer Otto en geitenherder Karel. Otto heeft groene handen en verbouwt onder andere Pastinaak, Karel heeft ‘iets’ met dieren en heeft een kudde van 23 landgeiten. De ruilhandel ligt voor de hand: Otto geeft Karel een zak pastinaak en Karel geeft daarvoor een zak geitenmelk in ruil. Dat kan goed zonder apart ruilmiddel.
Maar een ruilmiddel wordt wel erg handig als:
- er tijd zit tussen de levering van de dienst en de retourdienst, of
- de te geven en te ontvangen diensten sterk in waarde verschillen, of
- de diensten geen directe wederdiensten zijn, maar via derden lopen en het anders ingewikkeld wordt om te ruilen (bijv.: Otto geeft Hildegard een zak Pastinaak, Hildegard breit een trui voor Karel, en Karel geeft Otto een zak geitenmelk. )
Een ruilmiddel is dan een handige en objectieve manier om de levering te waarderen (een objectieve waarde te geven) en in de tijd te kunnen scheiden. Het is, op een iets andere manier beschouwd, een manier om te herinneren wat je voor elkaar gedaan hebt. Als je veel ruilmiddel hebt, heb je immers meer gegeven dan ontvangen, als je weinig ruilmiddel hebt, heb je meer ontvangen dan gegeven.
Valt jou ook op dat wij ‘rijk’ en ‘arm’ nu anders ervaren?
Hoe dat komt hoop in volgende posts te onderzoeken. Misschien komen Otto, Karel en Hildegard daar ook wel weer terug.
Reblogged this on kwalitisme and commented:
Circulaire / Sharing Economy