Vandaag weer de dagelijkse aflevering van de Coachingskalender. Over het algemeen vind ik dat een interessant medium, dat ik graag lees en waar ik regelmatig tips in vind die ik graag ter harte neem. Maar vandaag niet. Zie de afbeelding (de aflevering van de Coachingskalender van 7 maart 2014).
Het gaat om het deel:
“Misschien heb je je kwaliteiten te nadrukkelijk ingezet: je bent te verantwoordelijk, te zorgzaam, te belangstellend, te bescheiden, te behulpzaam, te ijverig, te praktisch enzovoort geweest. Daarbij heb je te weinig aan jezelf gedacht en voor jezelf gezorgd, en zo ben je met beide benen in al je eigen valkuilen gestapt.”
Er wordt een trits aan goede eigenschappen genoemd, die – indien van harte en ruimhartig toegepast – een negatief effect hebben. Mankeert er iets aan een “altijd dienstbare collega”? Dat iemand zich niet op de voorgrond plaatst maar altijd beschikbaar is voor haar (of zijn) collega’s?
Kennelijk zijn die goede eigenschappen valkuilen waar je in kunt vallen en die je kunt overwinnen, door er een uitdaging tegenover te zetten: “een tegengestelde, positieve kwaliteit”. Maar die valkuilen waren toch al goede, positieve eigenschappen, “kwaliteiten” (immers: verantwoordelijk, zorgzaam, belangstellend, bescheiden, behulpzaam, ijverig, praktisch …)? Kun je daar teveel van hebben?
De oorzaak van deze tegenstrijdigheid zit er volgens mij in dat deze houding niet in de huidige tijdgeest past, waarin je geacht wordt voor jezelf op te komen en dat iedereen een plek op de voorgrond verdient of zou moeten willen. De implicatie: als je niet op de voorgrond staat, is er iets niet goed (met ‘jou’). Maar wat als je er eer, genoegen in schept, zelfwaardering voelt, als je er juist goed in bent om ànderen te laten presteren? Dan ben je mogelijk onzichtbaar, misschien zelfs ondergewaardeerd, maar zelf realiseer je je, hoe zinvol je bijdrage is. En misschien is het voor jou helemaal geen noodzaak om eerst “voor jezelf te zorgen” (ook al een zo’n exponent van de huidige tijdgeest). Sterker nog, als je zelf op de voorgrond staat zou je niet die onmisbare factor voor een ander kunnen zijn, het zou je kwaliteiten in de weg staan. Is een goede daad minder waardevol als deze niet opgemerkt wordt?
Ik zal de laatste zijn om de noodzaak voor zelfrespect, zelfaanvaarding, zelfacceptatie en zelfwaardering te ontkennen. Maar de boodschap die ik wil onderstrepen is dat dat evengoed kan vanuit een dienstvaardige instelling. We kunnen niet allemaal leiders zijn; het zou desastreus zijn als het zo was. Wat wel kan is dat we allemaal dienstvaardig zijn, ook als we eventueel de leiding hebben. Dat zou fantastisch zijn!
Enige leestips:
- The Paradox Of Humility In American Business And Society (Forbes)
- Servant Leadership (ook: hoe je een hype maakt van een kwaliteit)
- Een gedicht over Servant Leadership (pdf)
Recente reacties