Ik kan er niet omheen. Verwondering is vooral een kwestie van ervoor openstaan. Het kan makkelijk ondersneeuwen in de veelheid van het alledaagse werk, hoe leuk het ook is. Het is tegenwoordig eenvoudiger om te worden bepaald bij de crises en het geweld en de onveiligheid die we elkaar aandoen. Daar is genoeg van.
Maar om het kleine te zien, erbij stil te staan en het groot te maken (bijv. door het te delen), is vooral een zaak van toelaten dat de wereld vol is van wondertjes, van bijzonderheden. En dat van harte te erkennen.
Het beste middel om bestand te zijn tegen de zorgen van deze tijd is daarom verwondering: het besef dat deze wereld mooi is van zichzelf, te zien hoe het leven wegen vindt om zich te uiten, om te léven.
Vandaag een eenvoudige mezen(vet)bol. Die hangt aan een handig dingetje met zuignappen aan het raam buiten. Leuk om van binnenuit naar te kijken als vooral acrobatisch getalenteerde mezen de zaadjes eruit pikken. Maar ook leuk als de merels er gewoon dom (hoewel?) tegenaan tikken of vliegen en de eruit gevallen zaadjes van de grond meenemen. Zo is er voor ieder iets.
En het ‘extra’ is dan als blijkt dat de zaadjes, die in de vervaardiging van de bol toch al heel wat meegemaakt hebben, gewoon uitlopen. Dan is erkenning van de kracht van het leven op zijn plaats.
Recente reacties